De
zon op je gezicht
De zon op mijn rug,
een strakblauwe hemel voor mij. ’s Avonds is het al iets langer licht, ’s
morgens zijn het de vogels die ons wekken. Krokussen en paasbloemen vechten om
aandacht. En hier en daar is er al iemand die het gras maait. Zou die lente dan
toch begonnen zijn? Zouden we dan eindelijk kunnen genieten van droge, zonnige
dagen? Koud was hij niet, de winter maar nat des te meer. En somber, vooral
heel somber. Niet alleen buiten, ook in mijn hoofd was het vaak erg donker. Een
groot verdriet woog zwaar op mij, het was vaak moeilijk om positief te blijven.
En toch waren er ook
zonnestraaltjes deze winter. De wandelingen in het park of langs het water, de
vele kaartjes, telefoontjes en bezoekjes van vrienden, familie en collega’s. De
echtgenoot, de ouders en schoonouders die er altijd zijn. Weten dat je niet
alleen bent, het maakt een wereld van verschil. Dat je verdrietig mag zijn, dat
je nog maar eens kan vertellen hoe moeilijk het wel is, dat er mensen luisteren
en je af en toe een knuffel of een schouderklop geven. Het maakte dat de
wanhoop het niet haalde van de hoop, van het plezier in het leven.
Vaak dacht ik, wat ben
ik toch een bofkont, zo veel mensen geven om mij. Stel dat er niemand is die je
vraagt of het wel gaat, het moet verschrikkelijk zwaar zijn. Dan blijft die
winter eindeloos duren. Koud, zonder enig perspectief. Als je ziek bent of heel
erg verdrietig, heb je zo’n grote nood aan gezelschap, aan iemand die vraagt
‘hoe is’t?’. (...)
En nu is hij er dan
toch, die lente. Ogen toe, de zon op je gezicht, een klein geluksmomentje. Zomaar,
gratis en zo veel de lente het ons toestaat. Het wordt weer wat makkelijker om
het licht te zien, om te focussen op wat wel goed gaat en al de rest in een
klein, donker, winters hoekje van je hoofd terug te dringen. Ik hoop heel erg
dat deze lente voor vele mensen wat licht brengt. Dat velen mogen ervaren dat
het mensen zijn die de wereld wat warmer maken. Dat wie het moeilijk heeft, kan
ondervinden dat mensen elkaar in lastige tijden vaak het meest nabij zijn. Dat
die lente niet enkel op de thermometer terug te vinden is maar in het leven van
ieder bij wie de winter hard toesloeg.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten