zondag 24 april 2016

Voorbij

Intussen is de operatie achter de rug en is ook de ergste pijn geleden. Maar we zijn er nog lang niet, ik blijf vooral heel erg moe.
Maar eerst de operatie en de ziekenhuisopname. Ik blijf me erover verbazen hoe snel je daar gedegradeerd wordt van mens tot patiënt. Je komt nog maar binnen of je moet in je bedje gaan liggen, je gewicht luidop roepen voor vijf mensen terwijl je dat formulier ook echt wel zelf kan invullen. En niemand had je gezegd dat je volledig geschoren moest zijn. Ook dat kan je plots niet meer zelf. Daar gaat je waardigheid. Zucht. Maar op de materniteit - waar ik na de operatie terechtkwam - hadden de verpleegkundigen veel meer begrip en respect, gelukkig. Ze beginnen me daar ook al te kennen intussen, het was de derde keer in minder dan een jaar dat ik daar lag. Het was wel de eerste keer met een andere kamergenoot dan Liz. Ook een hele ervaring. Ik kreeg niet alleen binnen de vijf minuten haar levensverhaal voorgeschoteld, ik kreeg ook te horen dat er zo weinig goede mensen zijn, dat mensen zelden vriendelijk zijn voor elkaar. En hop, terwijl ik even dommelde tijdens het avondeten - nog suf van de narcose - verdwenen de kiwi en het confituurtje van mijn plateau. Zij had ze echt niet weggenomen maar kon ze wel onmiddellijk terug toveren. Vreemd toch allemaal.

Terug thuis had ik de eerste dagen echt nog wel pijn, vooral bij het rechtstaan, gaan zitten en liggen. Thank God voor pijnstillers. Vandaag heb ik er geen meer genomen, het gaat dus echt al veel beter. Maar de vermoeidheid weegt nog zwaar. Ik heb het gevoel dat ik niet enkel aan het herstellen ben van de operatie maar dat ik ook aan het vechten ben tegen een keelontsteking. Ik ben amper twee uur wakker of ik snak al opnieuw naar de zetel of mijn bed. Niet simpel met twee kleine kindjes. Gelukkig hebben we de voorbije dagen heel veel hulp gekregen van mijn schoonmoeder en mijn ouders. En gelukkig is ook de werkgever van Peter heel soepel en kon hij vaak thuis werken. Want dat is nog het lastigst: ik mag niet tillen. Hoe doe je dat met een baby? Ze kruipt, trekt een kast open, ik zeg: 'nee Liz'. Ze kijkt naar mij, lacht en doet verder. Ik kan haar wel een propere luier aandoen maar alleen als iemand haar op het verzorgingskussen zet én er weer afneemt. Ik kan haar wel een flesje geven maar alleen als iemand haar op mijn schoot zet. Ik kan haar wel fruitpap en patatjes geven maar alleen als iemand haar in haar stoel zet. Het betekent dat ik geen moment alleen kan zijn met Liz.

De voorbije week was zeker niet eenvoudig. Dat de kanker er nu voor gezorgd heeft dat ik definitief onvruchtbaar ben, kan ik meestal redelijk relativeren. Maar het zal nog wel pijn doen op momenten dat ik met zwangerschappen geconfronteerd word - alvast sorry daarvoor. Het deed deze week bijna meer pijn om te beseffen dat ik weer heel wat moest missen op het werk - een groot evenement - maar ook de stress, het samen-werken en achteraf iets moois bereiken. Maar vooral pijn doet het me als zie hoe ook mensen die dicht bij me staan het moeilijk hebben, hoe zwaar het ook voor hen is en hoe weinig ik kan doen om het voor hen lichter te maken. Of als Fee zegt, net voor ze gaat slapen: 'Jij moet in mijn huisje blijven hé moeke, niet naar het ziekenhuis gaan.' Hoe graag wil ik haar - en haar zus - een stabiele thuis geven, een onbezorgde jeugd waarin het niet normaal is dat ik alweer moe ben en een beetje ga rusten, er een krak zit in mijn stem als ik het avondlied voor haar zing en ik op mijn tanden moet bijten als ze zegt dat mijn lucht bijna op is.
Maar er waren ook veel mooie dingen deze week. Zien hoe Liz ervan geniet nu ze kan kruipen, de mooie bloemen op de tafel, de tuin die dankzij mijn moeder weer wat groener wordt, ons fantastische huisje, de lieve woorden van de verpleegsters, de vele lieve berichtjes, vanuit het raam zien hoe Fee zich een hele namiddag amuseert in de speeltuin, de zon op mijn gezicht en vooral: die warme armen om me heen.


1 opmerking:

  1. Dag Nele
    Natuurlijk zou je je dochters veel liever een onbezorgde jeugd geven, da's normaal. Maar het is ook normaal dat je na een operatie niet meteen hersteld bent, om van het psychologische effect nog maar te zwijgen. Spijtig genoeg is dat iets waar jullie samen door moeten. Gelukkig heb je veel steun bij je familie, en zijn er toch nog de kleine dingen waar je kan van genieten. Hou die vast!
    An

    BeantwoordenVerwijderen