dinsdag 26 juli 2016

Hoe het gaat

Het gaat goed. Intussen heb ik de tweede chemo achter de rug en volgende week dient nummer drie zich aan. Ik voel me goed, beter dan na de eerste chemo. Minder moe, niet uitgeput. Al blijf ik mezelf wel tegenkomen. Een hoge trap beklimmen, een lange wandeling, een klein fietstochtje met een kind achterop, dan besef ik dat ik niet de energie heb die ik gewoonlijk wel heb. Maar toch geniet ik met volle teugen. Vorige week waren we met vier op vakantie en het heeft ons allemaal veel deugd gedaan. Geen drukte, een trager ritme, geen zieke kindjes, zien hoe de kinderen zich amuseren en zich razend snel ontwikkelen. Het was fijn. Ook nu we weer thuis zijn, blijven we bewust genieten. Van de jongste die keer op keer de trap beklimt en ondertussen schatert van het lachen, van de oudste die zich uitleeft met de buurmeisjes en -jongen, van de tuin en de oogst, van de zon, van elke kleine knuffel, van de nabijheid van vrienden en familie, van elkaar. Ik ben geloof ik wel gelukkig.
En toch - toch is er niet veel nodig om mij helemaal van de kaart te brengen. Zoals deze voormiddag, toen ik alleen met de auto reed en luisterde naar het nieuws. 'Pascal Deboosere is overleden. Ze was 53 en leed aan borstkanker', klonk het. Al heb ik weinig affiniteit met haar, dat ene zinnetje kwam hard aan. Ik huilde en huilde, ik wil dat zo hard niet. Eens ik opnieuw thuis was, raakte het verdriet weer op de achtergrond en was er vooral licht, zon, nabijheid en toch ook geluk. Vasthouden, dat gevoel...

zondag 10 juli 2016

Haren

Vanmorgen, buiten op het terras. Fee hield een plastic zakje vast, Peter hanteerde de schaar en daarna de tondeuse. Het was tijd, ik verloor veel haar. Mijn hoofdkussen lag telkens vol, douchen was lastig, de losse haren kriebelden voortdurend in mijn hals en nek.
Wat ik vaak bij Peter deed, deed hij nu bij mij. En hij wilde eer van zijn werk, de drie millimeter die voorlopig blijven staan, moesten goed zijn. Terwijl ik dacht, ook die zullen uitvallen. Fee ving mijn haren op in haar zakje, voor haar was het de normaalste zaak van de wereld. Als ik Peter kortwiek, houdt ze immers ook het zakje vast.
'Fee, ik wil met jou spelen', klonk het. Het buurmeisje kwam er aan. Ze keek even naar mij maar daarna al snel naar Fee. 'Alle haren van moeke gaan eraf. En dan gaat ze een mutsje dragen, leuk hé.' Het buurmeisje knikte en de twee meisjes speelden mama en baby, kous af.
Zo simpel kan het zijn maar voor mij voelde het een tikkeltje anders. Ik sliep vannacht niet goed - het plan om mijn haren af te scheren zat daar zeker voor iets tussen. Maar eens de klus geklaard, viel het ook voor mij mee. Frisjes met dit warme weer en zo lelijk is mijn hoofd toch niet blijkbaar. En die mutsjes, die vallen ook goed mee. Nu moet ik er enkel aan denken om ze telkens op te zetten als de bel gaat want anders krijg ik toch vreemde blikken. Maar ook deze horde is genomen, de volgende maanden zullen zonder haar zijn, zonder pruik maar mét mutsjes.

dinsdag 5 juli 2016

Bloed

Een chemobehandeling doet ook je bloedbeeld veranderen. Vooral het aantal witte bloedcellen kan gevaarlijk dalen na een chemobehandeling. Daar voel je weinig van maar het maakt je wel héél vatbaar voor infecties waarvan je dan ook moeilijker herstelt. Daarom moest ik op dag tien en op dag vijftien naar het dagziekenhuis voor een bloedafname. Vorige week woensdag was dag tien en trok ik naar het ziekenhuis. 'Te laag', was het verdict. 'Kom vrijdag maar eens terug.' Een extra bloedafname dus. 'Nog lager', klonk het vrijdag. Maandag was het dag vijftien en was ik er dus weer. 'Opnieuw gezakt.' Je lichaam zou na een tijdje opnieuw meer witte bloedcellen moeten aanmaken maar dat was dus nog niet gebeurd. Normaal gezien staat mijn tweede kuur gepland nu donderdag maar met dit bloedbeeld is daar geen sprake van. Eerst moet er voldoende herstel zijn. En daar bestaan ook middeltjes voor, een spuitje dat de aanmaak van de cellen een boost geeft. Uiteraard krijg je dat niet zomaar. Daarvoor heeft de ziekteverzekering strikte regels opgelegd: het aantal witte bloedcellen moet vijf achtereenvolgende dagen onder een bepaalde grens zitten. Woensdag was mijn waarde net boven de grens dus die dag telt niet mee. Vrijdag zat ik er wel ruim onder en maandag ook.
Omdat we binnenkort heel graag op vakantie willen vertrekken en ik me dan graag zo goed mogelijk wil voelen, zou ik de volgende chemo graag zo snel mogelijk willen krijgen. En die witte bloedcellen gooien het hele schema in de war. Maar gelukkig denken verpleegsters en artsen wel mee en mocht ik vandaag - dinsdag - opnieuw naar het ziekenhuis voor nog maar eens een bloedafname. Dinsdag zou dag vijf zijn, tijd voor de spuit. En die spuit zou ervoor kunnen zorgen dat chemo op donderdag of vrijdag toch nog zou lukken.
Vandaag stonden mijn witte bloedcellen opnieuw te laag. Gelukkig, zou ik bijna zeggen. Ik kreeg de boost-spuit zodat er toch nog een kansje is dat ik donderdag of vrijdag chemo kan krijgen en ik met een beetje energie op vakantie kan vertrekken. En ook gelukkig want voortaan heb ik recht op een spuitje na iedere chemo om zulke sterke dalingen te voorkomen. Vier keer op een week naar het ziekenhuis rijden, geen plannen kunnen maken, het weegt soms wat door. En ik die ooit nog dacht dat ik wel halftijds zou kunnen werken tijdens de chemo... Deze weken bewijzen wel dat dat redelijk onmogelijk zou zijn. Ook de jongste dochter die al anderhalve week goed ziek is, maakt de dagen én nachten zwaar. Soms heb ik het gevoel dat we niets anders doen dan naar het ziekenhuis gaan, doktersbezoeken plannen, opvang organiseren. Oh ja, eigenlijk moet ik uit de buurt van zieke mensen blijven. Hoe doe je dat met een zieke baby in huis?