maandag 24 oktober 2016

Vragen

'Als ik tien jaar ben, ga jij dan al dood zijn?'
'Dat weet ik niet meisje.'

dinsdag 18 oktober 2016

Invalide

Nog twee weken en ik krijg een nieuwe status, die van invalide. Dan ben ik al een jaar arbeidsongeschikt en is het nu wel echt duidelijk dat ik niet werk. Al een jaar lang kost ik deze maatschappij handenvol geld. Ik ontvang een uitkering en de ziekteverzekering betaalt een deel van mijn aanzienlijke medische kosten terug. Ik breng de begroting in gevaar, want ik werk niet. En daar moet - aldus onze regering - snel verandering in komen. Ik vulde al een vragenlijst in over mijn opleiding en werkervaring zodat er een gepaste job gevonden kan worden voor mij. Zodat ik eindelijk opnieuw geld opbreng en de begroting niet nog meer in het rood duw.
Ik word er boos van, van de regeringsmaatregelen en nog meer van het discours daarover. Altijd lijkt het alsof wie arbeidsongeschikt of invalide is, weigert te werken. Nooit zegt men dat wie invalide of arbeidsongeschikt is, te ziek is om te werken. Vertel eens, hoe zou ik dat doen, werken? Ik heb kanker, ik krijg chemo. Ik ben moe, vaak extreem moe en anders heel moe. Een dag zonder dut, ik kan het mij niet herinneren. Ik heb niet de energie om twee kilometer te fietsen, laat staan om elke dag naar het station te fietsen en de trein naar Brussel te nemen. Ik moet zo vaak naar het ziekenhuis dat een werkgever absoluut niet op mij kan rekenen. Mijn weerstand is zo laag dat ik heel snel virussen en bacteriën oppik wat voor mij grote gevolgen kan hebben. Nog zieker, nog vaker in het ziekenhuis, nog meer kosten voor mij én de samenleving. Ik zou niet weten hoe dat zou lukken nu, werken. Nochtans wil ik heel graag weer aan de slag. Ik mis mijn collega's, ik mis mijn werk. De vele contacten, de voldoening van het schrijven, de interviews, de deadlines die weer net gehaald werden, het 'boekske' dat er elke maand ligt. Ik mis het allemaal. Van zodra ik me beter voel, keer ik dan ook graag terug. Voltijds of halftijds, dat zullen we wel zien. Trouwens, ik deed dat eerder, werken tijdens mijn arbeidsongeschiktheid. 'Toegelaten arbeid', heette dat. Een hele administratieve mallemolen om dat in orde te krijgen. Maar ik had het er graag voor over .
Het is niet mijn keuze om thuis te zitten, om geld te kosten in plaats van op te brengen. Het voelt zo oneerlijk dat ik daarvoor ook nog gestraft word in daden en woorden. Zeg ten minste dat wie invalide of arbeidsongeschikt is, ziek is. Culpabiliseer deze groep niet elke keer opnieuw. Doe niet elke keer opnieuw alsof deze groep de grootste profiteurs zijn, alsof ze zelf voor hun ellende gekozen hebben en zich daar graag zo lang mogelijk willen in wentelen. Opnieuw aan het werk gaan, mag ook niet het eerste streefdoel zijn. Genezen of op zijn minst beter worden, wel.  Daar heeft opnieuw werken voor mij alles mee te maken, met me beter voelen. Niet met te lui zijn, geen zin hebben of weigeren te werken.

zondag 16 oktober 2016

Inspiratie

We zijn geen hele goede vriendinnen maar kennen elkaar al jaren. Af en toe een praatje en toen onze kinderen vorig jaar naar dezelfde turnclub gingen, meer dan af en toe een praatje. En meer dan over koetjes en kalfjes. Dit schooljaar startte ze aan een opleiding die haar leven een totaal andere wending zal geven. 'En dat komt door jou', vertelde ze me gisteren. 'Ik besef nu dat je ieder moment een zwaar verdict kan krijgen, dat je keuzes moet maken als je daartoe de kans krijgt, dat je niet moet uitstellen. Dat je moet gaan voor wat belangrijk is. Als ik mijn opleiding af heb, draag ik mijn diploma op aan jou.' Dankjewel Tine.

zaterdag 15 oktober 2016

Update

Chemo vijf is intussen ook achter de rug én het ergste leed geleden. Voor het zover was, kreeg ik eindelijk een paar goede dagen. En daarvan heb ik volop genoten. Ik maakte confituur, plantte nieuwe bloemen én bollen in de bloembakken, ging uitgebreid shoppen voor de kindjes én mezelf en genoot van de babbels aan de schoolpoort, de vrienden die langskwamen en van (bijna) elk moment met de kinderen en Peter. 6 oktober was het dan onverbiddelijk tijd voor chemo nummer vijf. Spannend, vond ik het. Want intussen was er na de vorige chemo meer dan zes weken verstreken. Mijn haar was zelfs al opnieuw fors aan het groeien. 'Als mijn haar groeit, wat groeit er dan nog?' vroeg ik me af. Wel vijf keer vroeg ik de verpleging of mijn tumormarker al bekend was. Ik vreesde een stijging maar dat bleek niet terecht. '180, dat is goed hé?' En ja, daarmee was ik tevreden. Het effect van de chemo was nog niet tenietgedaan na al die weken van koorts. Oef...
Na de chemo dook ik opnieuw in mijn cocon. Moe, helemaal geen energie, en daarbovenop flink last van maag en darmen deze keer - maar dat had niets te maken met de chemo. Het blijft moeilijk om uit te leggen hoe moe ik precies ben. Het is niet zo dat ik kan vechten tegen die vermoeidheid, ik moet slapen, ik moet naar bed. Ik kan dat niet uitstellen. Het is alsof er iets of iemand me heel hard naar beneden duwt en ik kan me er niet tegen verzetten.  Het is ook niet zo dat één middagslaapje me 's avonds energie geeft. Nee, ik slaap in de voormiddag, in de namiddag en probeer dan even wakker te blijven voor de avondspits met de kindjes. En daarna is de kaars alweer helemaal uit. Soms haal ik de avondspits zelfs niet en lig ik te rusten terwijl Peter alleen verder doet. Zwaar en frustrerend maar het is niet anders. Ik neem niet alle telefoons op, zeg dat het niet past om langs te komen, beantwoord zelfs niet alle berichtjes. Het beetje energie dat rest gaat naar de kindjes en een klein beetje naar het huishouden.
Maar nu ben ik er stilaan. De dutjes worden korter, de kaars gaat iets minder onherroepelijk uit. Hopelijk krijg ik de volgende dagen steeds wat meer energie en blijf ik gespaard van complicaties. Geen koorts en gewoon, hop naar chemo nummer zes - de laatste. Dat zou mooi zijn.